Artikel_12._Algemene_ledenvergadering
1. Aan de algemene ledenvergadering komen alle bevoegdheden van de vereniging toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt in het voorjaar door het bestuur de algemene ledenvergadering bijeengeroepen, waarin het bestuur rekening en verantwoording aflegt over het gevoerde beleid en bestuur, alsmede over de financiële jaarstukken (balans en staat van inkomsten en uitgaven) van het afgelopen verenigingsjaar.
3. Het bestuur roept jaarlijks in het najaar een tweede algemene ledenvergadering bijeen, waarin het bestuur de begroting voor het komende verenigingsjaar aan de algemene ledenvergadering voorlegt.
4. Het bestuur kan voorts, zo dikwijls als zij dat nodig acht, een algemene ledenvergadering bijeenroepen.
5. Het bestuur is verplicht een algemene ledenvergadering bijeen te roepen binnen vier weken na een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek daartoe van tenminste twintig stemgerechtigde leden. Indien door het bestuur na veertien dagen geen gevolg is gegeven aan dit verzoek, kunnen de verzoekers zelf de algemene ledenvergadering bijeen roepen en in de leiding van die algemene ledenvergadering voorzien.
6. De oproeping voor de algemene ledenvergadering geschiedt schriftelijk of digitaal en tenminste veertien dagen voor de dag van de vergadering onder vermelding van de te behandelen agendapunten. Andere dan de vermelde agendapunten worden niet behandeld, tenzij het bestuur heeft ingestemd met het behandelen van agendapunten, die tenminste zeven werkdagen voor de vergadering schriftelijk of digitaal zijn ingediend bij het bestuur.
7. In spoedeisende gevallen heeft het bestuur het recht, in afwijking van het bepaalde in lid 6 van dit artikel, een algemene ledenvergadering bijeen te roepen op een termijn van tenminste zeven dagen.
8. De algemene ledenvergadering in het voorjaar, genoemd in lid 2 van dit artikel, dechargeert het bestuur van het gevoerde beleid en bestuur en verleent goedkeuring aan de daartoe opgemaakte financiële jaarstukken van het afgelopen verenigingsjaar. In de algemene ledenvergadering in het najaar, genoemd in lid 3 van dit artikel, wordt de begroting voor het komende verenigingsjaar vastgesteld.
9. De algemene ledenvergadering, genoemd in lid 2 van dit artikel, benoemt jaarlijks een kascommissie, die bestaat uit drie leden, die (buitengewoon) lid zijn van de vereniging en geen deel uitmaken van het bestuur.
10. Besluiten van de algemene ledenvergadering worden genomen bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Een lid, dat niet is geschorst of ontzet, kan voor ten hoogste één afwezig lid bij schriftelijke volmacht stemmen.
11. Ieder bestuurslid heeft het recht, voorafgaand aan de besluitvorming, de algemene ledenvergadering te adviseren over het te nemen besluit.
12. In de algemene ledenvergadering geschiedt het stemmen over personen schriftelijk en over zaken mondeling, tenzij de voorzitter een andere wijze van stemmen bepaalt of toelaat.
13. Het bestuur kan, al of niet gedwongen door externe omstandigheden, besluiten tot het houden van een digitale in plaats van een fysieke algemene ledenvergadering, tenzij de volstrekte meerderheid van de leden zich daartegen verzet. Ook kan het bestuur besluiten dat leden door middel van een digitaal communicatiemiddel aan de algemene ledenvergadering kunnen deelnemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik of gebruik kunnen maken van het digitale communicatiemiddel komt voor risico van het lid.
14. Voor de toepassing van lid 13 van dit artikel is vereist dat het lid via het digitale communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het digitale communicatiemiddel. Indien het bestuur besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping van de algemene ledenvergadering bekend gemaakt.
15. Het bestuur kan besluiten dat een stemgerechtigd lid bevoegd is zijn stem voorafgaand aan de algemene ledenvergadering via een digitaal communicatiemiddel uit te brengen. Het op deze wijze stemmen is slechts toegestaan nadat de algemene ledenvergadering is bijeengeroepen, doch nooit eerder dan op de veertiende dag voor die vergadering en nooit later dan op de dag vóór die vergadering. Een stemgerechtigd lid dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht, kan zijn stem niet herroepen. Evenmin kan hij op de algemene ledenvergadering opnieuw zijn stem uitbrengen.
16. De algemene ledenvergadering is bevoegd bij reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van digitale communicatiemiddelen. Ingeval de algemene ledenvergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.